Backgammon, thee en nargileh
Nog enigszins sip wegens het afscheid van Mahsa en haar familie sta ik op het treinstation van Tehran te wachten op de trein naar Istanbul... Ik zie dat ik niet de enige ben die niet helemaal vrolijk is als diverse families om me heen afscheid staan te nemen van emigrerende familieleden, die Istanbul als eerste tussenstap nemen om Iran voorgoed te verlaten. Ik raak in gesprek met een meisje van mijn leeftijd die onderdeel is van het uitzwaaicommitée van een paar vertrekkende neven. Ze vertelt me dat ze naar Istanbul vertrekken om daar de vervolgstappen van de immigratie naar Canada te kunnen regelen. Als ik haar vraag waarom ze weg willen uit Iran legt ze me uit dat zij en haar familie het baha'i geloof aanhangen en dat dit door de regering van THE ISLAMIC REPUBLIC OF IRAN niet getolereerd wordt en dat hen alle kansen op een normale baan of om uberhaupt te studeren ontneemt. De neven hebben ervoor gekozen hun geluk elders te beproeven. Ik had nog nooit eerder van baha'i gehoord, maar later in de trein zal ik meerdere mensen ontmoeten die dit geloof aanhangen, en naar het schijnt met hen zo'n 6 miljoen anderen wereldwijd. Ze helpt me in te checken aangezien niemand Engels spreekt op het hele (internationale) station, en ik wordt ingedeeld bij drie Iraanse dames die een paar dagen gaan shoppen in Istanbul. Volgens mij vonden ze me maar raar: zo'n Europees meisje dat zo heel zielig alleen reist met zo'n hele grote zware backpack die ze tevergeefs in het bovenste bagagerek probeerde te stouwen maar die continu niet bleek te passen... Ze spraken geen Engels en ik geen Farsi dus dat beloofden 70 hele lange uren te gaan worden. Maar net als ik me erbij neerleg dat er flink gelezen zal gaan worden deze trip, wordt er ineens op de deur geklopt. Alle vier schieten we snel onze hoofddoeken weer op en trekken we wat jassen aan want er zou weleens mannelijk treinpersoneel voor de deur kunnen staan. Of politie. Je weet maar nooit, we zaten nog altijd op Iraans grondgebied, dus de hejab was nog altijd van kracht. Maar dan zie ik dat het het meisje is dat ik tijdens de tussenstop op het treinstation van Tabriz heb gezien. Ze had mij duidelijk ook gespot en ze was blijkbaar alle treincoupés afgegaan op zoek naar dat ene blonde Europese meisje. Ze spreekt uitstekend Engels en vraagt of ik misschien bij haar en haar broer in de coupé wil komen voor thee. Ik ben maar wat blij dat ik die arrogante dames even kan ontvluchten en ga met haar mee, om vervolgens niet meer terug te keren naar mijn eigen coupé. Als we de grens met Turkije bereiken en we uit moeten stappen voor de paspoortcontroles stap ik een besneeuwd perron op en merk ik dat het aanzienlijk kouder is dan in Tabriz... Ook zie ik mn oude coupé-genootjes weer en ze snauwen tegen Hava dat ze me afgepakt heeft. Wat? Een dag en nacht heb ik bij hen gezeten en hebben ze niks tegen me gezegd op enkele uitlach partijen om m'n gestuntel met de rugzak na... Maar Hava is zichtbaar trots en sneert terug dat ik HAAR vriendin ben van nu af aan. Puh. We staan dik 2 uur in de ijzige kou stil en als eenmaal de paspoort formaliteiten afgehandeld zijn kunnen we door, op weg naar Lake Van. Ik hoop nog dat het een beetje op zou schieten en ik de jaarwisseling op de boot mee zou kunnen maken want ik heb ontdekt dat er nog een stuk of zes buitenlanders op deze trein zitten (ik heb ze op Tabriz gespot - 5 Nederlanders en een Fransoos), want er staat ons een vijf uur durende oversteek te wachten, die ons naar de Turkse trein aan de andere kant van Lake Van zal brengen. Helaas lopen we dankzij de hevige sneeuw flink wat vertraging op en vier ik oud en nieuw in de trein, wat wil zeggen dat ik mezelf stil een fijn 2011 toewens, terwijl mijn nieuwe vrienden zich nergens van bewust zijn. Voor hen is het immers 1389 en zullen zij pas in maart aan een nieuw jaar beginnen. Hoe dan ook, op de veerboot krijg ik dan alsnog van de zes Westerlingen een gelukkig nieuwjaar toegewensd, met tot gevolg een aantal roodgekleurde hoofden van onder andere Hava en haar broer die zich schuldig voelden dat ze van niks wisten. Vijf uur later komen we in de ochtendschemer aan in Tatvan, op de westoever van Lake Van. Er ligt een dik pak sneeuw op de treinstellen, wat een prachtig winterplaatje oplevert in het ochtendlicht. Ik kan er echter niet te lang van genieten want m'n Allstars blijken verre van waterdicht te zijn en m'n voeten zijn drijfnat en daarmee steenkoud geworden en ik wil niks anders dan een warme wagon in om te slapen. Er blijkt meer ruimte te zijn dan in de Iraanse trein en ik kan een hele coupe voor mezelf confisceren. De verwarming is alleen niet aan dus er zit niks anders op dan alles uit te trekken en onder een dik pak dekens te kruipen. Ik kijk naar buiten en zie een maan-en-ster sticker op het raam geplakt zitten dat aangeeft dat ik nu echt in Turkije ben, met daarachter een steeds beter zichtbaar wordend sneeuwlandschap. Zonde eigenlijk om nu te gaan slapen, dus ik blijf onder de dekens wat naar buiten kijken. Als ik een aantal uur later wakker schrik omdat er op m'n coupédeur geklopt wordt besef ik dat ik toch in slaap ben gevallen en dat we nog altijd stil staat in Tatvan: Sneeuwoverlast! Maar net op dat moment beginnen we dan toch in beweging te komen, en ik krijg gezelschap van Hava en haar broer die met hun spullen voor mijn deur staan omdat ze 'bij mij willen komen wonen'. De rest van de trip tot aan Istanbul is het een gezellige boel met vele afleveringen van Friends, elkaars wenkbrouwen epileren, thee en bier drinken (we zijn Iran uit!! - freedom!), maaltijden bereiden uit blikken gourmeh sabze, tonijn en bonen, en het uitstippelen van een gezamelijke trip naar Syrie...
Dik 70 uur nadat we in Tehran ingestapt zijn kom ik met m'n nieuwe vrienden aan in het Aziatische deel van Istanbul. We vechten wat met een taxi chauffeur (wat had ik dit gemist in Iran) en besluiten dan ondanks het late uur toch maar te gaan lopen en een boot te vinden die ons naar het Europese gedeelte van Istanbul kan brengen. Er blijken geen boten meer te gaan maar we kunnen nog wel een bus nemen. In deze bus treffen we Alexis aan, de bebaarde Fransoos die ik eerder op Tabriz station al had gespot. Ook hij was op zoek naar een goedkope kamer, en we besluiten samen wat te zoeken. Zo'n drie uur na aankomst op het treinstation hebben we dan eindelijk een hotel gevonden. Relaxed, want het is tenslotte al ver na middernacht! Alexis en ik besluiten een kamer te delen, en Hava en haar broer nemen de kamer naast die van ons.
De volgende ochtend moeten Hava, Rasoul en ik eerst bij wat ambassades langs om onze visa voor Syrie aan te vragen. Ik had al gehoord dat het voor mij nogal eens wat gecompliceerder zou kunnen zijn dus ik moest ook nog bij het Nederlandse consulaat langs. Maar we ontbijten rustig, TE rustig, spelen nog maar een spelletje, raken verdwaald met de metro, vervolgens lopen we de verkeerde kant op en tegen de tijd dat we bij het consulaat aankomen is het te laat. Morgen terugkomen. Bagger. Dan maar een café'tje in. We drinken koffie en roken nargileh, en dan begint Hava spontaan de lege kopjes koffie van mij en Alexis te lezen. Eng! Alles klopte! Voor ons allebei. Maar het was positief, dus ik kan er wel mee leven. Als we weer buiten komen is het alweer donker dus tijd voor een kebabje en daarna kunnen we dan eindelijk de Galata tower beklimmen voor het veelbelovende uitzicht over Istanbul. Geweldig, vooral omdat je precies kunt zien waar de Bosphorus Europa van Azie schijdt. Eenmaal thuis slaan we wat biertjes in en kan het oneindige Uno'en beginnnen. Hier begint overigens ook mijn irritatie jegens Rasoul. Hij wil maar niet snappen dat geel niet hetelfde is als rood, en dat 2 niet hetzelfde is als 5. Grrrrrrr... Hoe moeilijk kan Uno zijn? Zo sloom van begrip. Als hij aan het denken is zie je gewoon radartjes langzaam in elkaar proberen te grijpen, maar misgrijpen. Om een of andere reden wekken dit soort slomo's altijd een in-elkaar-rammel neiging in me op. Gewoon, om te kijken hoe ze reageren... De volgende dag sta ik vroeg op en vertrek in m'n eentje naar het Nederlandse consulaat, waar ik na drie uur gewacht te hebben dan eindelijk de mededeling krijg dat ze geen consulaire hulp meer verschaffen in de aanvraag van het visum voor Syrie. Tja, dat is nou eenmaal nieuw beleid mevrouw... Kak. Hadden ze daar drie uur voor nodig? Ik bel voor de zekerheid toch nog maar even de ambassade van Syrie op maar krijg dezelfde mededeling dat visums voor Syrie alleen nog maar in het thuisland aangevraagd kunnen worden, en dat ik m'n plan dus eigenlijk wel kan vergeten. Ik baal en ben een uur chagrijnig maar duik dan een internet café in en boek direct enkele nieuwe tickets om de pijn wat te verzachten: 18 Januari vlieg ik naar Amman (Jordanie) en dan probeer ik overland naar Israel te gaan (als ik de grens overkom met m'n Iraanse visum in m'n paspoort)... Dan 14 Februari van Tel Aviv naar Geneve om Loic op te zoeken en dan eind Februari door naar Amsterdam... Ook leuk. Ik zoek Hava, Rasoul en Alexis weer op en we gaan samen een flink portie sightsee'en; Blue Mosque, Aya Sofia, Yeni Cama, Grand Bazaar... Maar dan trek ik het niet meer. De teleurstelling van m'n visum voor Syrie, gecombineerd met voeten die soppend in m'n doorweekte Allstars aan het afsterven zijn, en dan Rasoul... Arrggggg, wat werkt die jongen me op m'n zenuwen! Ik deel mee dat m'n voeten zoveel pijn doen dat ik NU naar huis moet, en ik loop weg. Wat een slomo, ik kan er gewoon niet tegen. Onderweg naar huis koop ik een paar UGG's en gooi m'n gympen weg. Ik weet dat ik altijd gezworen heb dat ik nooit, maar dan ook nooit, UGG's zou dragen maar ik had geen andere keus. Het was UGG's of blote voeten, en zo komt het dat ik er nu bijloop als een yeti... Echt, ik weet dat boze tongen anders zullen beweren (Suus, Duifje, Char, Meik!), maar ik ben niet van m'n geloof gevallen. Ik zal ze meteen weggooien zodra ik ander schoeisel heb... Heus. Hoe dan ook, op weg naar het hotel raak ik uiteraard verdwaald, en tegen de tijd dat ik in m'n kamer aankom, tref ik Alexis al aan. Wat een slomo, roept hij uit. Ik kan er niet meer tegen! En ik val om van het lachen want ik weet direct waar hij het over heeft. We besluiten een Hava-en-Rasoul-vrije avond te houden, en slaan wat blikken bier in en spelen de hele avond Yatzee met z'n tweeen. Het is jammer want Hava is erg leuk, maar broer en zus zijn op de een of andere manier ziekelijk aan elkaar vergroeid, en je krijgt hoe dan ook altijd twee voor de prijs van één. De volgende dag proberen we het opnieuw met z'n vieren maar zodra we bij Topkapi Palace aankomen, geven Hava en haar broer aan dat ze niet zo nodig naar binnen hoeven voor de 20 Lire entree, en hoewel Alexis en ik het ook niet perse willen (blijkt later), besluiten we wel te gaan om op die manier hen af te kunnen schudden. Het schiet nog even door onze hoofden dat het wellicht een ietwat gemene actie zou kunnen zijn, maar we nemen een andere uitgang en knijpen ertussenuit. Op weg naar de bazaar, en na uren in de bazaar rondgedwaald te hebben heeft Alexis dan eindelijk de nargileh gevonden waar hij al zo lang van droomde en heb ik een fantastisch tafeltje op de kop getikt dat precies tussen al m'n andere exotische rommel past (houten onderframe met koperen handbewerkte schaal als blad). Met twee dikke grijnzen op ons gezicht keren we terug naar onze hotelkamer en besluiten we dat de nargileh toch op zn minst een paar keer goed uitgeprobeerd moet worden voordat hij op de post gegooid gaat worden. Een half uur later zitten we dik te paffen met blikken bier op mijn mooie nieuwe tafeltje, en een pak koekjes in de hand. Alexis rukt de lade uit de kast die de avond ervoor ook al dienst deed als dobbelblad en legt hem demonstratief op mn knieen neer ten teken dat er weer dik geyatzeed gaat worden. Best aandoenlijk, een beetje zoals een hond die wil wandelen kan komen aanlopen met de riem al in zn bek... Ik ben net druk bezig met het gooien van een grote straat als Hava en Rasoul binnen komen lopen. Nog altijd concentrerende op de dobbelstenen, liegen we dat we onwijs gezocht hadden maar dat we ze niet meer konden vinden, maar dat we later naar hun kamer zouden komen voor wat potjes Uno. Maar al rokende, drinkende, lachende, zingende, dobbelende vergaten we de tijd en ineens was het alweer de volgende ochtend. We realiseerden ons dat dit een beetje lullig over zou kunnen komen, dus proberen we het goed te maken tijdens het ontbijt, maar dan deelt Hava mee (broer knikt instemmend - geen eigen mening) dat ze die dag naar Syrie zouden vertekken (Iranezen hebben geen visum nodig). Ik ben eerlijk gezegd best opgelucht want voelde me steeds schuldiger worden met het ontwijken van hen, maar wilde gewoon echt geen minuut langer met Rasoul doorbrengen. We nemen een laatste lunch met z'n vieren en als dan uiteindelijk Hava en Rasoul vertrokken zijn, gaan Alexis en ik verder met waar we gebleven waren: roken, drinken en spelletjes spelen. Ongezond eigenlijk als ik er zo over nadenk, maar het waren een paar extreem gezellige dagen...
De volgende ochtend zou Alexis per boot naar Izmir vertrekken en om 6.00 a.m. staan hij en z'n kater met veel moeite op en gaat hij er vandoor. Anderhalf uur later staat hij weer voor m'n deur met de mededeling dat hij de boot gemist heeft en dat hij me kwam halen om nu samen per bus naar Izmir te vertrekken. De hele busreis heb ik hem verteld hoe schattig het wel niet van hem was dat hij me zo hard miste dat hij met deze smoes aankwam, maar hij bleef erbij dat hij echt z'n boot gemist had. 's Avonds laat komen we in Izmir aan en nemen we opnieuw afscheid. Hij blijft bij familie van een vriend van hem en gaat dan door naar Griekenland en ik ga op zoek naar een hotel. Jammer, maar zo gaat dat helaas met reizen. Al met al heeft Alexis toch een hoge plaats weten te bemachtigen om mijn ongecompliceerde-mannen-vriendschappen lijstje...
In Izmir dwaal ik eerst een dag wat rond in m'n eentje voordat ik per ongeluk een kantoortje binnenstap om te informeren naar de bus naar Cappadocia. Engin is de manager en stond op het punt de tent af te sluiten. Maar onder het genot van een nargileh zou hij me er wel alles over kunnen vertellen... Of ik zin had om hem te vergezellen? Even denk ik nog 'zal ik dit nou wel doen?' maar voor ik het weet zitten we een durum doner kebab te eten en even later met een nargileh en een reeks koppen thee Backgammon te spelen. Ik had nog nooit eerder gebackgammoned maar die avond leer ik niet alleen te spelen maar win ik ook nog eens meedere malen. Yes! Samen maken we een plan voor mijn laatste week in Turkije, en als ik aankondig dat ik het wel weer mooi geweest vind, levert hij me af bij m'n hotel en bedankt me voor de leuke avond. Tot nu toe heeft mijn ik-zeg-ja-op-alles tactiek me alleen nog maar verassende momenten opgelevert, en tot dusver probeert niemand hier misbruik van te maken. Wat een land, en wat een vriendelijkheid!
Vanuit Izmir bezoek ik ook nog de ruínes van Ephesus, een van de best behouden klassieke steden in het Midden Oosten. Als ik het Amphitheater binnenloop zie ik een enorme groep Koreanen met hun camera's flashen. Heb je hen weer, denk ik nog, want heel Turkije lijkt wel overgenomen te zijn door Koreanen. Maar dan begint een giechelende vrouw die eerst een tijdje heeft staan poseren in het centrum van het theater ineens te zingen, en die had me toch een stem! Ze moet wel operazangeres van beroep zijn, dat kan niet anders. Na haar beklimt een vriend van haar het podium en die had ook al zo'n mooie stem, en vervolgens nog één en nog één. Ik vermoed dat het een koorreis was, en ik heb dan ook een half uur dik zitten genieten vanaf het podium. Totdat ik gewenkt werd dat het mijn beurt was, maar toen moest ik ineens weg. Tweeduizend jaar oude muren; die zouden nog weleens kunnen bezwijken onder de resonantie van mijn stem...
Na een paar dagen in Izmir doorgebracht te hebben is het ineens genoeg geweest en pak ik de bus richting Cappadocia, waar ik uistap in Goreme, een dorpje te midden van het Cappadocia gebergte waar locals in uit berg gehakte grotten wonen. Ik neem een bed in een van de grot-hostels, waar ik de komende nachten zal kunnen slapen als Wilma en Fred Flintstone. Het is flink koud in dit gedeelte van Turkije en de enige manier om enigszins warm te blijven is alle kleren die ik bezit over elkaar te dragen. Het moet er aardig debiel uitgezien hebben, maar zoals mijn nieuwe grotgenoot al vragend opmerkte: You really don't give a shit about what you wear, do you? Hij had gelijk. Te voet verken ik het dorpje en de nabijgelegen omgeving, maar als ik ineens een groep jankende honden in de verte hoor, keer ik direct om. Ik had iets gelezen over wolven in de winter, en ineens kneep ik hem aardig. Er zat niks anders op dan me toch maar in te schrijven voor een tour voor de volgende dag, wat wellicht een stuk veiliger zou zijn dan in m'n eentje op pad te gaan. Zogezegd wordt ik de volgende dag al vroeg opgepikt, en in een busje vol Koreanen tour ik een hele dag door het prachtige landschap van Cappadocia, dat in al z'n buitenaardsheid voor verschillende Star Wars episodes als achtergrond gefungeerd heeft :-) We bezoeken een enorme ondergrondse stad waar we tot wel acht verdiepingen de diepte in gaan (claustrofobisch eng en koud!); we beklimmen een grot-klooster dat volledig uit berg gehakt is; we wandelen een stuk door Ilhara Valley met z'n vele grot-kerken (met fresco's) en moskeen; en tenslotte komen we nog langs het bizarre Pigeon Valley. Een dag vol verwondering om de creatie van het prachtige landschap, dat schijnt te zijn gevormd door een uitbarsting van Mt. Erciyes ver in het verleden.
Na een paar dagen tussen de fairy chimney's geleefd te hebben is het tijd om weer terug te keren naar wat meer beschaving. Ik besluit naar Ankara te gaan maar zodra ik op het busstation van Ankara aankom (wat overigens goed door zou kunnen gaan voor een internationale luchthaven) heb ik er al spijt van. Ik zie niks dan grauwe, grijze gebouwen met schotel antennes, en ik besef dat ik hier niet mijn laatste dagen in Turkije door wil brengen. Ik pak m'n Lonely Planet en lees iets over een dorpje zo'n drie uur ten Noorden van Ankara, dat dankzij al z'n pitoresqueheid geregistreerd staat op de UNESCO World Heritage List... Dat klonk goed dus ik pak de eerste de beste bus die richting Safranbolu zou gaan. Daar aangekomen helpt een aardige student uit Istanbul me op weg met het vinden van een hotel en hij geeft me allerlei informatie over plekken die ik de volgende dag moet bezoeken. Zodoende besteedt ik m'n twee dagen in Safranbolu met het struinen door de bekinderkopte straatjes van het historische centrum, met thee drinken in diverse café'tjes, met het bezoeken van het fort van waar je fantastisch uit kunt kijken over het stadje, met het luisteren naar de echo van de oproep tot gebed die door het hele dal galmt, en natuurlijk met kletsen met elke local die ik tegenkom. Zo ontmoet ik ook Mr. Husnu, een 70-jarige man die een piepklein winkeltje heeft vol zelfgemaakte lederproducten. In z'n 1.5 x 1 hokje wordt alles gefabriceerd (en uitgestald en verkocht!) en hij is dan ook druk bezig een riem te maken als ik nieuwsgierig m'n hoofd om het hoekje steek. Z'n ene wijsvinger is helemaal vervormd, wegens het herhaaldelijk glijden langs het leer, en hier is hij best trots op. Als hij mij naar een leren gevlochten armbandje ziet kijken biedt hij aan om er ter plekke een voor me te maken, en zodoende gaat hij met het puntje van z'n tong uit z'n mond stekend vleitig aan de slag. Nog geen tien minuten later heb ik het schattigste armbandje al om m'n arm hangen. Een erg leuke man die zichtbaar trots is op z'n beroep en handelswaar...
Vanuit Safranbolu maak ik uiteindelijk de circel weer rond en keer ik terug naar Istanbul waar ik nog snel de stad in vlieg om nieuwe schoenen te kopen. Die yetilaarzen van me waar ik het eerder over had zijn al gesneuveld; de zool kon de sneeuw in Cappadocia niet aan. Nu ben ik super flashy kickass cool met zwart-met-roze Nike'ies. Helemaal stoer! Ik sla nog een voorraad Turkse appelthee in en dan ben ik klaar om afscheid te nemen van Turkije. Al is 'klaar' niet het juiste woord, want Turkije verdiend veel meer tijd, maar dat bewaar ik voor een volgende keer...
Uw Midden Oosten verslaggever, vanuit Amman - Jordanie, Riemkie
Reacties
Reacties
Hee zus, wéér mooi geschreven hoor!
Ben je goed in. Veel plezier nog de laatste weken.
En tot gauw.
xx May
Hoi Riemke,
Wat een prachtig verslag weer! En vanuit Utrecht ook een heel gelukkig 2011 gewenst, wij doen gewoon lekker modern mee ;-) 't Was verder altijd zo dat niet Israël maar de buurlanden moeilijk deden over wat er al dan niet in je paspoort staat aan visa en stempels van andere landen. Weet niet precies hoe dat nu tav Iran is, maar ik zou zeker proberen overland naar Israël te komen! Heb je het Midden-Oosten-plaatje behoorlijk compleet! Enne, vergeet je Petra niet? Zulke lieve mensen daar! Bert zit inmiddels in Rwanda, en wij ook als je terugkomt. Zien we je in april weer, nu al verheugen!! Heel veel plezier gewenst nog de komende tijd, ik mail je!
Liefs,
MW, zonder de B!
May, dank je lieve zusje!
Wilma, ik ga het inderdaad gewoon proberen, maar ik reken op een intense ondervraging... Petra ga ik zeker bekijken, ik kijk er al een tijd naar uit, dus die 55 euro ga ik er gewoon keihard voor neerleggen!
Wat gaaf dat jullie al zo snel naar Rwanda gaan, voor het land natuurlijk maar vooral om Bert weer terug te zien. Heel veel plezier, en ik hoop jou en Marte snel weer te zien in Nederland!
Liefs, Riemke
Hoi Riemke,
Hier even een bedankje van een reiziger die je niet kent. Voor mijn vertrek naar Myanmar heb ik even wat reisverslagen gegoogled en dankzij jouw verslag heb ik de treinreis naar- en boottocht vanaf Myitkyina gemaakt. De 'verse' vis in Simbo heb ik maar aan me voorbij laten gaan. Jij en je vader werden in Simbo uitgelachen omdat jullie je in de rivier gingen wassen. Het kan erger: ik gleed bij het verlaten van de boot in Simbo ten overstaan van het hele dorp uit en belandde met bagage en al in het water. Voordat ik bij het Guesthouse aankwam wist de rest van het dorp het ook al.
Veel plezier met de rest van je reis!!
Jeroen (jerrroen@hotmail.com)
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}