De Wijze in het Oosten

Een heeeeeeeeeeerlijk kopje yakboterthee

Blij verrast waren we toen we zo'n 2 weken terug hoorden dat begin april de grens met Tibet weer open zou gaan. Al jaren een droom voor me, en dan net nu, nu ik aan het wachten ben om te beginnen met werken, krijg ik de kans om te gaan? Die kans kon ik niet laten lopen en direct na de trekking belden we met een vriend van ons die ons vertelde dat het inderdaad waar was, en dat als we de volgende ochtend direct terug naar Kathmandu zouden komen, we nog net genoeg tijd zouden hebben om de visa en dergelijke te regelen. De volgende dag zaten Hanna en ik in een office in Kathmandu, trokken we een rib uit ons lijf en doneerden we dit aan het reisbureautje, en begon het afwachten of het op zulk korte termijn nog zou lukken de visa te bemachtigen.

In de tussentijd gebruikten we onze tijd nuttig door een tweedaags bezoek aan Bakthapur te brengen,samen metKathmandu en Patan een van de 3 koningssteden uit de tijd dat Nepal nog geen verenigd koninkrijk was.Bakthapur heeft net als de overige koningssteden een oud Durbar Square, dat dankzij zn notering op de Werelderfgoedlijst volledig auto- en motorvrij is. Een verademing dus als je vanuit het drukke Kathmandu komt. Bakthapur kent vele tempels, waaronder een aantal met erotische beschilderingen en uitkervingen. Vanaf een bankje op het plein is het goed vertoefen, en is het een genot te zien hoe mensen met rode oortjes de afbeeldingen staan te bekijken. Maar Jan, wat is die mevrouw daar nou aan het doen, en waarom staat ze zo raar? terwijl Jan prachtig staat te glunderen en denkt het kan dus toch.... Ook de uitdrukking op het gezicht van mevrouw is onbetaalbaar wanneer ze eindelijk doorkrijgt dat het kama sutra afbeeldingen zijn. Ja, zoachter een pot masala thee gaat een dag snel voorbij. Het was tegen de avond, dat op dat zelfde bankje een 72-jarige Argentijnse vrouw naast me kwam zitten. Sylvia heette ze, en ondanks haar respectabele leeftijd werkte ze nog steeds, als advocate in de mensenrechten. Ze had kinderen en kleinkinderen maar nog elk jaar maakte ze een mooie trip, met haar backpack wel te verstaan. Gewoon, omdat ze het nog kan, en omdat ze haar hele leven heeft gereist en niet meer kan stoppen. Een fantastische levendige vrouw, zo dankbaar met alles, en ik bewonder hoe ze in het leven staat. Ik kan alleen maar hopen dat ik op die manier oud mag worden. Ik besluit dat ze mn nieuwe voorbeeld wordt.

Terug in kathmandu blijft het tot het laatste moment onzeker of we wel kunnen vertrekken, maar eindelijk krijgen we ons paspoort terug, inclusief groepsvisum voor Tibet. Een groepsvisum inderdaad, want China laat alleen groepen toe, die onder begeleiding van een gidsin convooi door Tibet heen gevoerd worden. Het is niet anders, en hoewel het veel te wensen over laat, het is de enige manier om een glimp van Tibet op te kunnen vangen. We krijgen een blad mee waarop flink wat eisen en criteria vermeld staan, en volgens die eisen pakken we onze tas in. Boeken over Tibet en/of China, zowel politiek gevoelig alsreisgidsen zoals deLonely Planet zijn strict verboden. Alles met een Free Tibet betekenis uiteraard ook, en afbeeldingen (op fotos, boeken, cameras, laptops etc.) van de Dalai Lama zijn natuurlijk helemaal not done. Ok, dat betekent dus een nieuw boek kopen want alle boeken waar ik in bezig was waren Tibet gerelateerd, ik moet mn volle camerakaarten achterlaten en een nieuwe lege meenemen,en de helft van mn spullenin een storage in kathmandu achterlaten. Maar goed, whatever China wants....

Op dag 1 worden we al vroeg opgehaald en naar een bus geleid die het gezelschap van in totaal 25 man naar de grens zal brengen. We krijgen nogmaals expliciete instructies, over hoe het er bij de grensovergang aan toe zal gaan, wat we wel en niet mee mogen nemen, wat we wel en niet mogen zeggen (No Free Tibet in Tibet!!!), waar we absoluut over moeten liegen (in verband met Chinese quarantaine maatregelen: alle ziektes die je kunt hebben keihard ontkennen, want met een verkoudheidje kun je al geweigerd worden), en vooral ook wat de consequenties zullen zijn als we iets doen wat de Chinezen niet zint... Ook al heeft iedereen zn tas zorgvuldig ingepakt, camerakaarten in kathmandu achtergelaten en weet ik veel wat meer voor voorzorgsmaatregelen getroffen, er heerste grote spanning. Bij de grenspost mogen we niet praten, worden we in kuddes op nummer door de checkpost gedreven, en tassen worden volledig overhoop gegooid. Twee Chinese jongetjes in militair kostuum van een jaar of 20 met geweren op hun rug halen alles uit mn tas en alles wordt aan grondige inspectie onderworpen. Broekzakken worden nagekeken, boeken worden zorgvuldig bladzijde voor bladzijde doorgebladerd, onderbroeken worden bekeken, en zelfs Sudoko boekjes zijn verdacht. Het zweet stroomt langs mn rug, en even ben ik bang dat ik iets vergeten ben uit mn tas te halen. Ze proppen mn spullen terug in mn tas en ik mag doorlopen. Tot ik bij een tweede controle kom en mn tas ditmaal door een scanner mag, en ik zelf door een poortje moet dat mn temperatuur opneemt, en dat daarmee checkt of ik echt geen koort heb. Pffffff, ik heb heel wat militaire grensposten meegemaakt, maar deze slaat echt alles. Eenmaal buiten stralen de goude glimmende Chinese karakters me toe, die me ongetwijfeld welkom heten in China. Hanna en ik roepen uit dat we finally in China zijn en onze Tibetaanse gids kijkt glimlachend achterom, om te laten merken dat we brave meisjes zijn. Eindelijk in Tibet! EenBraziliaanse jongen uit onze groep had een enorme ghurka (groot nepalees mes) in zn rugzak zitten die ongemerkt door de metal detector kwam, en hij grapt dat het waarschijnlijk slechts een political book detector was...

Direct merk ik al dat Tibet ontwikkelder is dan verwacht, en het komt zeker ook ontwikkelder over dan Nepal; de wegen zijn verhard, de weg is omgeven door diepe afwateringskanalen en electriciteitsmasten staan overal (geen powercuts hier). Ik vraag me af of dat overal in Tibet zo is, of alleen op de route die de georganiseerde toeristen groepen rijden, en ik vermoed dat China vooral wil laten zien hoe goed ze voor Tibet zorgen. Later horen we van onze gids dat dit inderdaad het geval is, en dat er buiten de toeristische paden weinig word geinvesteerd in de infrastructuur. We rijden in een karavaan van jeeps, met in elke jeep 4 personen. Vrij luxe dus. Een tweede verschil met Nepal dat meteen in het oog springt, is het uiterlijk van de vrouwen. Terwijl in Nepal vrouwen erg ieletjes zijn, en vaak wat onderdanig overkomen, zijn de Tibetaanse vrouwen vrij groot, en hebben ze een erg zelfstandige en trotse houding. Ze hebben lange jurken aan in sombere kleuren, en hun haren hebben ze met een gekleurd draad ingevlochten, en het geheel is op hun hoofd samengebonden. Ook de mannen doen dit trouwens met hun haar, maar vaak hangen ze dan wel nog heel mannelijk een bot van een yak of iets dergelijks in hun vlecht. Beiden dragen oorbellen van natuursteen, en bijna altijd hangt er een ketting van gebedskralen om hun nek. En iedereen, IEDEREEN, heeft een gezicht dat getekent is door de kou en de hoogte. Het was ondertussen wel eens tijd om wat locale gewoonten uit te proberen en we begonnen met wat Tibetaanse thee. Tibetanen drinken de hele dag door thee, en dan niet zomaar een zwart of groen theetje, maar yakboterthee. Tot nu toe gruwelt iedereen die het geprobeerd heeft ervan, dus ik vreesde voor het ergste, maar verrassend genoeg vond ik het best lekker. De eerste slok niet, en de tweede ook nog niet echt, maar daarna begint de waardering wel te komen. Yakboterthee heeft een erg typische smaak, en het valt denk ik een het beste te omschrijven als een glaasje schimmelkaasthee (de blauwader-variant) met een vleugje noordzee toegevoegd. Best iets waar je als Nederlander aan kan wennen dus. Een andere locale gewoonte waar ik vandaag mee kennis gemaakt heb, is het wc-bezoek 'Tibetan style'. Of eigenlijk is de gewoonte best universeel, maar de locatie gewoon niet zo. In Tibet, en, zo hoorde ik later, in heel China, zit je dus gewoon met zn allen op een rijtje te squatten boven een gat in de grond. Slechts een 80 centimeter hoog muurtje scheidt (met korte ei) je van je buurman of -vrouw. Het is even wennen, en je moet je echt wel ergens overheen zetten (niet over de deur want die is er niet), maar dan is het ook wel echt kei-gezellig. Oftewel, sharing is caring, zoals een reisgenoot van me zo mooi opmerkte. Die avond slapen we in Zhuangmu in een basic maar schoon guesthouse, en bij het beklimmen van de trap merk ik al dat ik duizelig wordt. Bij de meesten van ons begint de hoogte nu al toe te slaan, en iedereen gaat vroeg slapen.

Dag 2 was een extreme dag wat hoogte betreft: we vertrekken vanaf Zhuangmu, wat op 2175 meter hoogte ligt, en passeren drie bergpassen van over de 5000-5300 meter hoogte, en verblijven die nacht in Shigatse op 3800 meter hoogte. Dat vraagt heel wat aanpassingsvermogen van je lichaam, en letterlijk iedereen heeft last van kortademigheid en hoofdpijn. Ondanks de lichamelijke ongemakken leverde de hoogte ook mooie uitzichten op, en we hebben verschillende toppen van de Himalaya kunnen bewonderen, waarvan onder andere de Mount Everest, Mount Cho Oyu en Mount Xishapagma. Na een lange dag gereden te hebben kwamen we aan in Shigatse, op Lhasa na de grootste stad in Tibet. We hadden een superchique hotel, met shampootjes, zeepjes, badmutsen, slippers en zelfs een waterkoker zodat we zelf thee konden zetten! Zet een groep sloebers in zo'n hotel neer, en je hoort vanuit elke kamer jihaa-kreten komen, en mensen met badmutsen op hun hoofd komen de gang in rennen om te vragen wie er nog meer zo'n funky wegwerpmuts op zn kamer had liggen. Oh en we hadden een tv! Hij deed het niet, maar dat maakt niet uit, we hadden er een, en je kon er vet handig je handdoek over te drogen hangen.

Dag 3: 's Ochtends zijn we naar Dechen Gesang Phodrang geweest, ofwel het zomerpaleis waar verschillende Panchen Lama's geleefd hebben, en gebouwd door de zevende Panchen Lama in 1844. We komen binnen in een grote zaal met kussens op de grond voor de monniken en met een grote uit kussens opgebouwde troon voorin, waar de Lama's hebben gezeten. Ik verdwaal een beetje in het kollosale gebouw en trek hier en daar een gordijntje open. Ik weet dat het niet mag, maar ik kan het niet weerstaan. Per ongeluk kom ik in de badkamer terecht, waar ik een enorme yakuzi aantref, en een super mooi westers toilet. Hier zullen ongetwijfeld heel wat sudoko's en andere wereldproblemen opgelost zijn... 's Middags bezoeken we het Tashilunpo monastary, een van de vier 'yellow hat sect' monastaries in Tibet, en absoluut de grootste van het Shigatse district. Het is gebouwd door de eerste Dalai lama in 1447, en het is eigenlijk een soort dorp, met vele gebouwen waar de monniken kunnen slapen, en vele tempels, waarin in een van hen het grootste Maitreya Buddha beeld ter wereld is gehuisvest. Als je een zaal binnengaat zie je overal schaaltjes staan met water, snoepjes, noten en bloemen, ter offering aan Buddha. Ook staan er enorme schalen gevuld met yakboter, die gebruikt worden als kaarsen. Tibetanen die hier komen voor gebed, lopen met grote kannen te zeulen, waarmee ze alle schalen de hele dag door aan blijven vullen. Je moet erg uitkijken waar je loopt want het is binnen vrij donker en geregeld gaan er mensen voor je voeten liggen ter groet aan Buddha. Je zou er uren kunnen rondlopen, kijkend naar al die mooie beelden en luisterend naar de zingende en biddende monniken. Helaas ligt Shigatse op 3800 meter hoogte en lekker rondlopen is afgezwakt tot een bezigheid waarbij je ene voet zich voor de andere probeert te plaatsen, terwijl je af en toe een onderdrukte hyperventilatie aanval de vrije loop laat. Elke stap vreet energie en oefent nog meer druk uit op de alomaanwezige hoofdpijn. Na het bezoek aan het monastary duik ik de straat op en overal waar ik kijk zie ik mensen om mani padme hum prevelen, ofwel met gebedskralen in hun hand ofwel rondzwiepend aan hun gebedsmolens. Boedisme is geen godsdienst, het is een levenswijze, en dat spreekt uit alles... Mn hoofdpijn word me echt te hevig en ik wandel heel langzaam terug naar het hotel. Onderweg kijk ik wat cafeetjes binnen en zie ik dat overal druk mahjong gespeeld wordt; een spel dat ik toen ik klein was van mijn opa geleerd heb, en waar volgens hem in China heel wat huizen om vergokt worden. Ik weersta de verleiding om naar binnen te stormen en te vragen of ik mee mag doen, en loop door naar het hotel. Zonde. Ben je eindelijk in Tibet, kun je niet anders dan op bed liggen.

Dag 4 begon heel geinig met een grapje over Chinezen die ik van onze gids ingefluisterd kreeg. Vier personen zaten in het trein op weg naar Lhasa; een Amerikaan, een Japanner, een Tibetaan en een Chinees. De Amerikaan schiet een foto en gooit vervolgens zijn camera uit het raam. Waarom doe je dat nou? vraagt de Japanner. 'Daar hebben we er toch genoeg van in mijn land' zegt de Amerikaan. De Japanner neemt hierop zijn horloge van zijn arm en werpt deze ook het raam uit. Als de Tibetaan vraagt waarom hij dat deed antwoord hij dat hij er daar toch genoeg van had in zijn land. De Tibetaan kijkt bedenkelijk en komt tot de ontdekking dat hij niks bezit. Hij pakt de CHinees en mikt deze het raam uit. 'Hier hebben wij genoeg van in ons land'. Hij is goed of niet? Zo'n grapje kan onze gids 10 jaar gevangenisschap opleveren, maar toch zal het niet de enige grap zijn die hij met ons deelt. Het is slechts een korte rit naar Gyantse, een stad die op Lhasa en Shigatse na de grootste stad van Tibet is. We komen aan bij een nog superdeluxer hotel dan we in Shigatse hadden en weer lopen we als hysterische gillende wijven de gang op: Wij hebben een bad!!!! Ik besluit dat mn boek en ik vanavond een uurtje of twee kwijt zullen zijn ;-) Maar eerst moet er cultureel verantwoord gedaan worden en we brengen een bezoek aan Palkor monastary, wat vroeger een enorm Buddhistisch kloostercomplex was tot de Chinezen in 1959 met hun vreedzame bevrijding alle tempels kwamen vernietigen. Van de oorspronkelijke 12 tempels zijn er slecht 2 overeind gebleven. Als we binnenkomen zijn er ceremonies aan de gang, en het lage monotome geluid dat geproduceerd wordt door biddende monniken doet je maag trillen. Het was een erg mooie ceremonie, dat uiteindelijk ook een geinig tintje kreeg toen er opeens bij een van de monniken een mobiel afging die echt even opgenomen moest worden. Ja, deze jongens zijn wel bij de tijd. Weer terug in het hotel duik ik het bad in met mn nieuwste aanwinst op boekengebied 'Forget Kathmandu', een boek dat een heel goed beeld schetst van Nepal, voor en na de massamoord op de koninklijke familie in 2001, wat Nepal uiteindelijk van een monarchie in een republiek heeft veranderd. Ik zet het voort in bed, en ik zie dat ook Hanna een boek ligt te lezen. Zet twee nerds in een kamer met ultragroot flatscreen tv, en ze liggen de hele avond te lezen; Oma en oma die voor het slapen gaan in bed nog even een theetje drinken en een boekje lezen, lekker spannend. Ook werk ik nog een lijstje bij. Deze ochtend heb ik ontdekt dat ik een lijstjes makend persoon ben. En dan heb ik het niet alleen over to do lijstjes. Ik kwam erachter toen ik iemand anders een lijstje zag bijwerken en iemand anders opmerkte dat ze het raar vond dat mensen dat deden. Is dat zo? Is het raar dat ik lijstjes heb met landen waar ik nog heen wil, landen waar ik nog heen moet, landen waar ik heus wel heen zou willen als iemand mijn ticket zou betalen, dingen die ik ooit nog wil doen, mensen die ik heb ontmoet en die zoveel indruk op me gemaakt hebben dat ik ze voor altijd wil onthouden, mensen die ik nog wil ontmoeten, mooie namen voor als ik ooit kinderen krijg met een Nederlandse man, mooie namen in de iets exotischer categorie, boeken die ik nog wil lezen, studies die ik nog zou willen doen, muziek die ik nog moet kopen, talen die ik nog wil leren spreken, landen waar ik nog wel eens een jaar of 2 zou willen wonen en werken, en ongetwijfeld van nog veel meer dingen. Is dit echt zo raar? Of gewoon 'zelfbewust'?....

Dag 5: een lange dag in de jeep, maar wat een diversiteit in landschap! We passeren weer drie passen; de Symi La (4300), de Karo La (5000) en de Gampa La (4795), en komen langs het turkoise meer Yamadrok, een voor de Tibetanen heilig meer waarin niet gezwommen en gevissen mag worden. Zieke grap van de Chinezen is dat ze er vissen vangen omdat ze weten dat het naar Tibetaanse gebruiken niet toegestaan is, en ze de Tibetanen hierdoor dwingen de vissen terug te kopen zodat zij ze weer vrij kunnen laten. Een vicueuse cirkel dus, in stand gehouden door traditiegetrouwe Tibetanen en respectloze Chinezen. Even verderop stroomt de heilige Yarlung Tsangpo, die doorloopt naar India, waar de rivier de Brahma Putra genoemd wordt. We stoppen bij een plaats waar arme Tibetanen hun overledenen achterlaten. Net zoals je hemelbegravenissen hebt, waarbij overleden mensen in stukken gehakt worden en voor de roofvogels achtergelaten worden, heb je ook rivierbegravenissen waar de hompen lichaam voor de vissen geworpen worden. De Yarlung Tsangpo is een snel stromende rivier waar naar het schijnt een dood lichaam niet veel tijd nodig heeft voor het vergaan is. Het in stukken hakken van een lichaan komt me een beetje luguber voor, maar aan de andere kant, en het klinkt misschien een beetje lomp, maar is er een betere manier van 'afvalverwerking' denkbaar? Bovendien spaart het kostbaar hout uit (voor een crematie) dat de families vaak niet kunnen betalen, evenals kostbare grond (voor een begravenis). We zijn op weg naar Lhasa als we bericht krijgen dat er een aardbeving met een kracht van 6.9 op de schaal van Richter heeft plaatsgevonden in Qinghai, vlakbij de grens met Tibet, en er zouden binnen een paar uur al 400 lichamen geborgen zijn. We zetten de jeep stil langs de weg en verspreiden het nieuws. Niemand weet waar het epicentrum precies gelegen is en we maken ons een klein beetje zorgen over eventuele naschokken. Pas later zullen we horen dat Lhasa best een eind ervan verwijderd is en dat we ons geen zorgen hoeven te maken. Tegen de avond arriveren we in Lhasa, een ongelofelijk grote stad, dat volledig verchineest is. Waar onderweg namen op naamborden nog in zowel het Tibetaans als in karakters genoteerd stonden, staat hier alles in karakters aangegeven, en moet je uitkijken dat je de politie en militairen die overal staan te posten in het Chinees groet en niet in het Tibetaans. Chinese vlaggen zijn ruimschoots uitgedeeld en vast niet geheel vrijwillig overal opgehangen, en alles heeft het woord China in zn naam staan. We hebben de jeep nog niet geparkeerd bij het hotel of er komt al een gouden trektrolley aangerold, klaar om onze rugzakken op te laden. Ik had me er al bij neergelegd dat onze hotels in Tibet chiquer zouden zijn dan ik mezelf ooit vrijwilliger zou veroorloven, maar dit slaat echt alles. Bij binnenkomst krijgen we een witte sjaal omgehangen, een gebedssjaal die gebruikt wordt ter offering in Buddhistische tempels. We slapen de komende 3 nachten in een voormalig klooster van Tripang Rimboche, ooit een van de drie leraren van de Dalai Lama. Nooit eerder heb ik in een hotel geslapen dat zo mooi en zo authentiek is als deze. Onze kamer is volledig handbeschilderd (inclusief de draagbalken), er hangen thanka's aan de muur en er staan handbeschilderde kisten in de kamer die dienst doen als tafels. Bovendien staat er een enorme breedbeeld tv waarop we het laatste nieuws over de aardbeving in China kunnen volgen, en om het helemaal bont te maken hebben we weer een hele nieuwe voorraad tandenborstels, zeepjes, slippers, een kam en badmutsen gekregen. Keigaaf! Hoe kunnen we in godsnaam ooit nog terug naar van die pauperkamers van minder dan 2 euro per nacht, die we voorheen altijd hadden? Nou ja... Op zoek naar een bank dan maar. Na een uur verschillende richtingen opgewezen en gelopen te zijn (NIEMAND spreekt engels of handen-en-voetentaal hier, zelfs mijn geniale uitvoeringen waarmee ik heus wel de Hints-finale bereikt zou hebben worden niet begrepen) vinden we uiteindelijk de Bank of China. Hier word ik eerst uitgelachen omdat ik probeerde Nepalese Rupees in te wisselen voor Yuan (alsof ik monopoliegeld voor goudstaven probeerden te wisselen), en vervolgens word ik nog harder uitgelachen bij een andere vestiging van hen omdat ik niet snapte waarom het automaat geen geld uitspuugde, en ik blijkbaar de chinese karakters op het scherm niet begrepen had. Stomme stomme toerist. Jaja leuk, babipangang, fuhjonghai en de groeten. Vlakbij het hotel ontdekken we een muziek- en filmzaak (met vooral heel veel Bruce Lee films) en we duiken naar binnen om te informeren of ze toevallig ook Kunga verkopen. Kunga is een Tibetaanse zanger die over politieke kwesties zingt en die blijkbaar om deze reden niet meer in Tibet woont, en die onze chauffeur in de jeep grijsgedraaid heeft; wellicht omdat ik steeds op de repeatknop drukte. Kunga? Kunga? De man in de winkel kijkt zijn collega aan, lachend omdat wij westerse meisjes om hun held vragen, en pakt achter in de winkel een geheime doos tevoorschijn, verborgen onder een tafel, waarin deze cd verstopt zit. Ik vermoed dat het aanschaffen van deze cd ons nogal eens problemen bij de douane zou kunnen opleveren, en we besluiten eerst even aan onze gids te vragen wat dit te betekenen heeft.

Dag 6 bezoeken we het Potala Palace, het winterpaleis waar een reeks Dalai Lama's tot 1959 gewoond heeft. Het enorme wit met rode complex wordt omsingeld door rondjeslopende pelgrims. Hier heb je verschillende varianten van: de pelgrims die rondlopend de prayerweels in de muur draaien, zij die al slingerde aan hun eigen gebedswiel rondlopen (zouden ze hier ook tijdens wc bezoek mee doorgaan? dat zou pas devotie zijn!), zij die hun gebedskrans in de hand gebruiken en je hebt ook nog de neerwerpende variant. Deze laatste groep is nogal een attractie: Deze mensen hebben een lang leren schort om, kniebeschermers, en houten blokken aan hun handen, ter bescherming tegen eventuele ongemakken bij het zichzelf tegen de grond werpen. Ze houden de gevouwen handen voor hun hoofd, voor hun keel en vervolgens tegen de borst, alvorens ze gestrekt gaan. Zodoende lopen ze heel de dag rondjes rondom het paleis. Je hebt er ook die een speciaal duikplekje inrichten, en die statisch hetzelfde ritueel uitvoeren. Ik kan het niet helpen maar beelden uit Monty Python schieten door mn hoofd, waarbij de MP mannen met houten blokken in hun handen doen alsof ze galloperende paarden zijn. Maar goed, daar ging het even niet over. De binnenkant van het paleis valt bijna niet in woorden uit te drukken, dus dat ga ik ook maar niet proberen. Na Potala Palace is het tijd voor een bezoek aan Jokhang Temple en Barkhor Bazar, waar ik even snel overheen wilde lopen, maar waar elke toerist wild een kraam wordt ingesleurd. Hello, looky looky... You buy, now!! Ik heb verschillende toeristen om zich heen zien slaan omdat ze pisnijdig werden hierom. Ik werd gevangen door een vrouw die mijn arm begon te kussen en aaien. Hanna, Julia en Bartosz staan verderop te lachen, terwijl ik mezelf probeerde te bevrijden uit deze ongemakkelijke situatie. 's Avonds besluiten we dat het tijd is voor wat ranzig Chinees eten, en we gaan naar een restaurant waar we yaktong, schapenlongen en nog wat random ingewanden bestellen. Ik ben weer niet lekker dus ik zit er voor de sier bij. Ik vind het allemaal prachtig maar ik ga geen ingewanden eten als mn eigen ingewanden al rot zijn. Toch kon ik de yaktong uiteindelijk niet weerstaan en heb ik er toch een klein hapje van genomen. Je wil ook wel eens wat anders eten dan alleen maar fried rice de hele tijd. Yaktong smaakt een beetje naar rollade en het is eigenlijk gewoon heel lekker. Die nacht beland het stukje yaktong weer netjes in de dichtsbijzijnde emmer, net als de avonden of eigenlijk al weken ervoor het geval was, en ik besluit dat zodra ik weer terug ben in Kathmandu, ik echt een bezoek moet brengen aan de kliniek want ik ben er onderhand wel van overtuigd dat ik een bacterie of parasiet moet hebben.

In de ochtend van dag 7 zijn we naar Deprung Monastary geweest. Buiten de muren van het klooster was een uit de rotsen gehouwen ceremoniele ruimte gecreeerd, met reusachtige keien beschilderd met boeddha's, mandala's en mantra's. Het schijnt dat er ook nonnen in de rotsen wonen, en een op een gammele solarheater geplaatste fluitketel getuigd hiervan. Binnen in het monastrary wordt hard gewerkt aan de restauratie van de trappen en vloeren, en hele groepen mannen en vrouwen doen dansjes waarbij ze zingend en dansend de grond aanstampen met hun voeten en met stampers. Erg effectief lijkt het me wel, maar toch doet het me een beetje aan slavernij denken, hoe deze mensen hier keihard werken en liederen zingen terwijl Chinese militairen met geweren in de hoeken alles in de gaten houden. Binnen loop ik een beetje verdwaasd rond; enerzijds bedwelmd door de penetrante geur van alle wierook en yakboter kaarsen, en anderzijds door alle mystieke chaos in mijn hoofd. Iedere keer dat je denkt iets van Buddhisme te begrijpen hoor je weer nieuwe dingen, en blijkt dat je er eigenlijk geen bal van snapt. Ik ben op een punt aanbeland dat elk gouden beeld voor mij Buddha is en ik niet eens meer ga proberen te onthouden welke de future Buddha is, de present Buddha, de 6 armige, de 1000 armige, de protector, of de zoveelste reincarnatie van zus en zo, en welke Buddha er nu wel sex mocht hebben (echt, ik heb een beeld ontdekt waarvan ik overtuigd ben dat Buddha niet in meditatieve staat was). Ik koop een geluksamulet, gezegend door de Lama van het Deprung monastery, en ik ben eerlijk gezegd blij dat we het klooster kunnen verlaten en weer frisse buitenlucht kunnen inademen. 's Middags gaan we naar het Sera Monastary. Wat klooster betreft redelijk hetzelfde als de vorige kloosters, op een heel aparte ceremonie na: We komen een tuin in waar tientallen, honderden monniken op de grond zitten met tegenover hen een staande monnik. De staande monnik slaat boos in zn handen en schreeuwt tegen de zittende monnik. Achteraf hoor ik dat dit een educatieve sessie is, waarbij de staande monnik een vraag stelt (over Boedisme, over Tibet of over levensfeiten in het algemeen) en de zittende monnik antwoorden geeft. Foute antwoorden worden bestraft door de in der handen slaande monnik die schreeuwtr dat het niet waar is; een paard heeft WEL botten, en een boom heeft WEL vruchten. Doordat de zittende monnik in een ongemakkelijke positie zit (hij zit ondergeschikt en wordt bestraft) leert hij beter de les dan op een andere manier. Ik vond het een bizar gezicht te zien hoe de anders zo vreedzame monniken nu ineens zo aggressief bezig waren, maar in het achterliggende idee kan ik me wel vinden. Eenmaal terug in het hotel spreek ik de gids er nog even op aan, en voor ik het weet bespreken we heel politieke kwesties, krijg ik nog veel meer grappen over Chinezen te horen, vertelt hij over het verleden van Tibet en nog veel meer. Zo vertelt hij over de opstand van de Tibetanen tegen de Chinese regering in 2008, hoe er toen in Lhasa alleen al 5000 mensen koelbloedig vermoord zijn, hoe regels verscherpt zijn sindsdien, hoe mannen sindsdien vergunningen moeten aanvragen bij de Chinese regering om monnik te kunnen worden (de regering is bang voor monniken aangezien deze mannen geen vrouw en kinderen hebben en dus niks te verliezen hebben, en ze veel van hun kennis kunnen verspreiden) en dat de aantallen van monniken in de monastaries drastisch verminderd zijn sinds 1959. Ik vond het heel bijzonder, want ondanks het een gesprek was tussen Hanna, de gids en ik, kunnen er overal spionnen zitten die hem kunnen verlinken. Het klinkt overdreven of onrealistisch, maar hier is het helaas aan de orde van de dag dat gidsen voor maanden of jaren de bak ingaan en gemarteld worden omdat ze dit soort dingen aan toeristen vertellen, en ze gesnapt worden door ofwel een Chinees, of een Tibetaan die wat extra geld kan gebruiken. Des te specialer vind ik het dat hij deze informatie met ons tween deelt. Ik kom meer over Tibet te weten dan ik vantevoren voor mogelijk had gehouden. Wanneer er meerdere uit onze groep aanschuiven gaat hij over op een ander onderwerp. Jammer maar ik snap het, er staat te veel op het spel. Die avond hebben we met heel de groep nog een laatste etentje voor we de volgende ochtend uit elkaar gaan.

De ochtend van dag 8 vliegen we terug van Lhasa naar Kathmandu, en opnieuw worden we onderworpen aan strenge controles. Het was serieus nog moeilijker om Tibet uit te komen dan om later Nepal weer binnen te komen. De vertrekhal van het vliegveld was een grote grap; De duty free shop was leeg, de first aid room was leeg, de telefoons waren van hun haak gestript en nergens kon je een kop thee krijgen. Er was niks anders dan bankjes. Tranen rolden over onze wangen van het lachen en we waren ervan overtuigd dat we in candid camera zaten.

Terug in Kathmandu ga ik gelijk door naar de kliniek waar Marleen voor mij een afspraak gemaakt heeft en waar ik gescreend wordt op een eventuele infectie. Een half uur later heb ik al de uitslag en het blijkt dat ik inderdaad een bacterie en met grote waarschijnlijkheid (te test was niet erg specifiek) ook een parasiet (giardia) heb. Het verklaart een hoop en ik ben blij dat ik eindelijk antibiotica meekrijg, zodat ik eindelijk weer wat energie terug kan winnen. Eigenlijk zouden we vandaag naar Dhading vertrekken om te beginnen met werken maar we horen dat onze moeder (de moeder van de familie waar we gaan wonen) in Kathmandu is omdat ze ziek is en in het ziekenhuis ligt. Het blijft dus nog even afwachten wanneer we nu kunnen vertrekken. Hoe dan ook, over 2 weken ben ik weer terug in Kathmandu om jullie weer op te kunnen dateren. Tot dan, veel liefs weer uit Nepal!

Reacties

Reacties

Marieke

Lieve Riem,
Ik ben jaloers op al je mooie verhalen, wat fijn dat je zo geniet!
xx

Hanna

Lijkt bijna alsof ik er zelf ben geweest! Mooie foto's vooral die van die van die yak!
xxx

meneer het broertje

nou dat was een lang verhaal zeg
ik zit hier maar saai mijn herkansing te leren
terwijl jij zit te genieten van jakboterthee (de goede spelling sinds 1995) en overmatig braken(oh en flatscreens)maar ja misschien heb ik het over X jaar ook zo leuk

Mam

Dat je in dezelfde kamer als de leraren van de Dalai Lama bent geweest!!, wooow smile....
Nu heb je óók zo'n witte gebedssjaal, bewaren he. En Mahjong kunt je overal wel spelen, als je maar niet je hele hebben en houwen inzet.
Liefs

annabel

hee riemke!

gaaf hoor dat je dit doet (:
en mooi dat het zo leuk is!

-X-

iva

ha Riemke, tegen zulke ervareingen kan geen artikel of analyse tegenop hoor. fantastisch, je zou al je verhalen moeten bundelen tot een reisboek. ik lach me echt suf, zeker na een dag met 3 intakes. Thanks!
groetjes iva

Pappa

Hi Riem, je verhalen worden hier goed ontvangen en terecht! Doorschrijven! Ben drie keer geinterviewd door de Iraanse staats tv plus twee persinterviews die er in gedrukte vorm verdacht anders uitzien na een rondje Ministry of Truth, mag nu zeker niet meer de VS in! Nog niks van de rellen in Nepal op tv, wel dmonstraties gezien op youtube etc. Blijf maar een tijdje in dat dorpje. Je zusje is nu aan het survivallen in Frankrijk, daar wordt misschien de kiem gelegd voor dit soort tochten. Blijf gezond.
Liefs
pappa

Rosalie

Ha Meis,

Op deze oerhollandse dag even een teken van leven.
Ik lees met plezier je fantastische verhalen en bewonder je foto's.
Corine en ik zijn intussen begonnen aan een nieuwe carriere: die van het beachvolleybal. We hebben ons eerste toernooi al gespeeld met als conclusie.... dat we nog heeeeeeeeeel veel moeten trainen :)

Blijf genieten daaar!!!

Riemke

Roosje, oh wat lekker dat het seizoen weer begonnen is, en wat jammer dat ik dat moet missen! Goed doortrainen he en dan schrijf ik me voor volgende zomer met jou in ok?

Pa, slachtoffer geworden van Persische censuur? Laat me maar eens lezen wat je klaarblijkelijk gezegd hebt... Oh en over de rellen hier: Het is al te laat en ik zit al in Kathmandu. Ik zit midden in de demonstraties...

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!