Living life dangerously
Het 'evaluatie' weekend in Barabise was geweldig! Bij aankomst bleek dat er op zondag helemaal niet gesprongen werd en de bungy-master in Kathmandu zat. Dit was even balen, want hier hadden Marleen, Hanna en ik erg naar uitgekeken, maar we besluiten ons laatste gezamelijke weekend (met mijn verjaardag) met zn drieen terug te keren om alsnog te kunnen springen. Als alternatief hebben we een canyoning trip gedaan. Canyoning is een combinatie van wandelend, klimmend, springend, zwemmend en abseilend door een canyon de loop van een rivier volgen (wikipedia), maar simpel gezegd komt het er op neer dat je aan een touw via glibberige watervallen heelhuids beneden probeert te komen: Super gaaf!! En nu we er toch waren, zijn we ook gelijk maar gaan raften. Op de Bhote Kosi wel te verstaan, een rivier die bekend staat als een van de spannendste raft trips ter wereld, en die gedurende monsoon zelfs suicidal genoemd wordt. Nou, ik had wel eens eerder geraft en stoer dacht ik dit appeltje ook wel even te schillen. Hoe spannend kan een rafttrip nou eenmaal zijn? Dat heb ik geweten. Na een ellenlange instructie aangehoord te hebben was ik blij dat we eindelijk in de raft konden stappen en aan onze tocht konden beginnen. Direct komen we in een flinke stroomversnelling terecht en nog geen 10 minuten na vertrek crashen we op een grote steen. Onze raft vouwt zich als een blaadje om de steen heen, en we dreigen er uit te vallen en weggespoeld te worden. De instructeur klinkt paniekerig en we moeten snel uit het raft op de steen klimmen, en nog geen seconde nadat de laatste van ons op de steen zat werd het raft weggeslagen en meegenomen in de stroom. Het andere raft en 2 reddings kayaks proberen verderop in de stroming onze boot tegen te houden. Omgeven door niks dan kolkend water schreeuwt onze instructeur dat we in de wit schuimende watermassa moeten springen en ons moeten laten redden door de mannen in de reddingskayak. Die man is niet goed bij zn hoofd dacht ik, maar een snelle blik om me heen vertelde me al dat er niks anders op zat. Het raft (serieus, het raft klinkt eigenlijk net zo raar als de raft...) opnieuw stroomopwaarts brengen, even aan laten leggen bij onze steen en ons rustig aan laten instappen was helaas geen optie. De instructeur sprong eerst en ik zag hem enkele malen over de kop gaan en onder water verdwijnen, voordat hij wild spartelend weer boven kwam en als een gek naar de kant probeerde te zwemmen. Slik. Ik haal diep adem, spring in de gigantische wasmachine, knal een paar keer tegen wat rotsen aan, en net als ik denk dat ik ga verdrinken kom ik boven en kan ik weer lucht happen. Ik probeer als een verzopen hond naar de zijkant te komen, maar het water trekt te hard aan mn lichaam en mn slippers die ik met extra touw heb vastgebonden dreigen weg te spoelen. Gelukkig werpt iemand me een touw toe en ik wordt uit het water gered. Gadver wat eng! Bevend als een rietje stappen we het raft weer in die verderop tegengehouden is door de andere groep, en nog geen kwartier later lopen we weer vast en wordt onze raft volledig overspoeld door water. De hele boot zit vol en we dreigen er weer uitgespoeld te worden, maar dan komen we net op tijd los, en loopt de boot weer leeg. Dit gebeurt ons vervolgens nog 2 keer, en ook wordt er nog een van ons overboord geslingerd. De groep in het andere raft kijkt steeds geanimeerd maar ook enigszins bezorgd toe hoe Team Knudde weer in de problemen geraakt is en hoe wij ons er weer uitredden. Achteraf horen we dat het voor onze gids de eerste trip als gids op de Bhote Kosi was :S Lekker dan. Maar dan slaat 'gelukkig' bij de laatste stroomversnelling het andere raft ook over de kop en wanneer wij de versnelling voorbij zijn vinden we vier aangespoelde hoopjes mens over willekeurig verspreide rotsen. Raften op de Bhote Kosi, misschien ietwat aan de heftige kant, maar wel weer een fantastische ervaring!
Tussen de adrenaline-rushes door moest er ook nog wat gerelaxed worden en ik had hier geen betere plek voor kunnen uitzoeken dan Borderlands Resort; een prachtig groen resort, 15 kilometer van de
grens met Tibet, midden in de jungle, waar we sliepen in tweepersoons safaritenten die afgedekt waren door bamboo en rieten daken. Het is gelegen aan de rivier waardoor je niks anders hoort dan
woest schuimend en kolkend water. 's Avonds was het tijd voor de evaluatie, en dat deden we in een grote gemeenschappelijke open loungehut die vol lag met kussens op de vloer, en waar de hele dag
muziek in de Air categorie gedraaid werd. Ik was flink rozig van alle actie en had echt helemaal geen zin in de evaluatie. Ik had al wat biertjes op en had net een nieuwe besteld, en had
eigenlijk alleen maar zin om te hangen. Ik keek opzij, en zag dat ik niet de enige was. Hanna was net onderweg naar de bar voor een refill, en ook de rest lag voor pampus op de kussens. Toch gingen
we maar een kort rondje houden en toen ik eenmaal aan de beurt was opende mijn mond zich automatisch en kwamen er lappen tekst uit waarvan ik nu niet meer kan achterhalen waar het precies over
ging. Ik denk dat ik iets heb gezegd in de trant van dat ik er zo van baalde dat mijn school nog steeds gesloten was en dat ik hier kwam om te werken en dat ik het zo leuk had gehad op Hamro Gaun,
want het eindigde met dat Rene en Ajay me voorstelden om op Hamro Gaun te blijven. Ik was meteen wakker. Ik had het zo naar mn zin gehad daar, en de gedachte dat ik die kinderen weer zou zien
maakte dat ik geen seconde hoefde te twijfelen. Ik zou terug gaan naar Dhading om mijn spullen op te halen en afscheid te nemen van de familie waar ik 2 weken bij in huis heb geleefd.
Dinsdag vertrokken Hanna en ik richting Malekhu waar we overstapten op een micro die ons verder naar Boomchoong moest brengen. Het wagentje was vol dus klommen we op het dak dat er ook al
aardig vol uitzag. Dan maar op wat bagage zitten. Als Hanna wil gaan zitten klinkt er opeens een schel gejank, en dan blijkt dat ze op een klein varkentje was gaan zitten die in een zak weggestouwd
zat. Oeioei.... In Boomchoong aangekomen begint onze minitrekking naar Nalang Patle, het dorp waar ik zou gaan wonen en werken, maar waar ik uiteindelijk maar 2 weken gezeten heb. Het is 4 uur
bergopwaarts lopen, en de hitte en het gebrek aan schaduw en water maakt dat het ontzettend zwaar was. Gebroken komen we aan, maar gelukkig heeft Ama al een flinke pan dahl baat klaar staan en
hongerig vallen we aan. Ik probeer met Engels, Nepali en handen en voeten uit te leggen dat ik van werkplek veranderd ben, maar ze snapt er niks van. Ik ben bang dat ze denkt dat ik het niet naar
mn zin heb gehad en ik vraag Ajay te bellen zodat hij het uit kan leggen. Ze knikt maar ik denk dat ze het nog steeds niet begrepen heeft. Ik hoop maar dat ze niet denkt dat haar 3 borden dahl baat
te weinig waren en ik liever 4 borden als avondeten had gewild... Lieve Ama, ik ken niemand die zo hard haar best doet om anderen te verzorgen en ik ga haar ook heel erg missen.
Ik besef nu ineens dat ik nog niks over het dorpsleven in Dhading verteld heb.... Een korte impressie van het leven in Dhading, of precieser nog, in Nalang Patle: Nalangis een streek in Dhading,
wat op zijn beurt weer een district is tussen Kathmandu, Pokhara en Chitwan in. Nalang is onderverdeeld inkleine dorpjes, genummerd 1 tot en met 9, waarvan Patle dorpje nummer 1 is.Vanuit Kathmandu
gezien is Patle 3-6 uur bussen naar Malekhu en/of Boomchoong, afhankelijk van hoe vast het verkeerstaat, en vervolgens is het nog een 3-4 uur durende wandeltocht heuvelopwaarts, door rijst- en
maisvelden, en door een bananenbomen gedomineerde jungle. Geisoleerd als het is door de grote afstand van de dichtsbijzijnde stad, heeft niemand er weet van neerstortende Poolse regeringen,
aardbevingen in China, vulkaanuitbarstingen in IJsland, en zelfs ontwikkelingen op politiek gebied komen met grote vertragingen door in Patle. Sinds mensenheugenis doet Patle zonder voorzieningen
als stromend water en electriciteit. Vandaag de dag komt water nog steeds gedurende 2 uur sochtends en 2 uur smiddags uit de waterput, maar sinds de dag dat ik naar Patle kwam is er electriciteit.
Toeval, of zegt het iets over mij? ;-) Een enorme gebeurtenis in een dorpje waar ze niet anders gewend zijn dan op te staan en naar bed te gaan met het opkomen en ondergaan van de zon. Dankzij de
powercuts hebben ze alsnog maar 3 uur per dag stroom, maar dit leidde de eerste dag wel tot mooie taferelen. Alle huisjes wilden om het hardst laten zien dat ook zij licht hadden en Patle
veranderde in een knipperdisco. Aan-uit-aan-uit-aan-uit. Krakende radio's werden aangesloten en Nepalese volksliedjes schalden over de velden. Ook een vaste telefoon die al maanden in een doos lag
te verstoffen in afwachting op de dag dat de stroom zou komen, werd aangesloten en willekeurig werden er nummers gedraaid en er werd hardop gelachen om de stem aan de lijn die in het Nepalees
vertelde dat het een niet bestaand nummer was. De telefoon werd regelmatig uitgeplugd en vervolgens bij de buren weer ingeplugd zodat zij hetzelfde pleziertje konden ervaren.
Het gastgezin in Patle waar ik voor 3 maandenzou verblijven is familie Gurung, en bestaat uit Ama (letterlijk: moeder), Maila (vader), Zorella (17) en Bisae (13), en dan is er ook nog Deepak (22),
die in Chitwan woont en studeert maar die toevallig voor een week overkwam. We worden hartelijk ontvangen en direct opgenomen in de familie.Hanna en ikworden aangesproken met sister of didi
(letterlijk: oudere zus), en David, die er al 3 weken zat voor wij in Patle aankwamen,wordt brother of daai (letterlijk: oudere broer) genoemd. Ze zijn echt supervriendelijk, niet alleen voor ons
maar ook voor elkaar. Er wordt fantastisch voor ons gezorgd en we mogen op geen enkele manier meehelpen. Zelfs het wassen van je handen, alvorens aan de ontbrekende maar spreekwoordelijke tafel te
gaan, wordt voor je gedaan. De eerste dag is dit heel erg wennen en probeer jetoch zelf een kan te pakken en je handen te wassen, maar de teleurgestelde blik op hun gezicht maakt dat je dit ook wel
laat de volgende keer. Zeker aangezien ze het ook voor elkaar doen. Ama maakt 2 keer per dag dahl baat voor ons, en wanneer Ama op het veld aan het werk is, neemt Zorella of Bisae het over.
Ongelofelijk om te zien hoe een 13-jarige jongen druk in de weer is de meest smakelijke curries en grote pannen dahl baat klaar te maken, in een keukentje dat bestaat uit een 20 centimer hoog
kleien muurtje waar 2 potten verwarmd kunnen worden opeen houtvuurtje.In dezelfde donkere ruimte eten we in kleermakerzit op door Ama gevlochten rieten matjes, met het bord op schoot, en de
gewassen rechterhand gebruikend om het eten naar binnen te schuiven. Aangezien er nog steeds nauwelijks stroom is eten we in het weinige licht dat door de maan naar binnen schijnt. Rond 8 uur gaat
dan ook het figuurlijke lampje uit en slaapt Patle.
Op het erf van familie Gurung staan 3 kleine lemen hutjes; de 'hoofdhut', de 'ossenstal', en de 'buffalostal', en een beetje apart hiervan staat het huisje met het hartje in de deur (schijthut
volgens Hanna) dat uiteraard bedoeld is voor de dagelijkse hurkoefeningen. Ik wil hier even opmerken dat deze manier van 'ontlasten' mij bijzonder goed bevalt. Niks geen gedoe met vieze wc-brillen
die altijd leiden tot ofwel gehaaste zoekacties naar wc-papier om eerst alles schoon te maken ofwel pijnlijke beenspieren door uiterst ongemakkelijke squathoudingen. Later als ik groot ben wil ik
ook zo'n wc, en desnoods laat ik er zelf een bouwen. Dat jullie dat vast weten. Maar goed, de hoofdhut is dus een soort van woonkamertje annex opslagruimte annex keukentje annex slaapzaaltje, en
hier vindt het leven van de familie Gurung plaats. De ossenstal is een hutje op palen waar 2 ossen (Ghore en Khale), Hanna en Riemke slapen en de buffalostal is een soortgelijke hut die gedeeld
wordt door 2 buffalo's, een aantal geiten, 9 kippen en David. Deze dieren lopen overigens overdag gewoon vrij rond en het is dan ook helemaal niet gek dat er ineens een geit naast je op je
gevlochten matje komt liggen, of dat er een paar kippen en/of een kat eten van je bord probeert te pikken terwijl je binnen zit te eten. One big happy family! Er loopt trouwens ook nog een hond in
en uit wanneer het hem uitkomt maar die hoort er eigenlijk niet bij. Verder zijn er in Patle ook nog heel veel muggen en vliegen, schijnen er tijgers rond te lopen in de jungle een eindje verderop
(maar ik vermoed dat dit een door Bisae verzonnen mythe is, bedoeld om David bang te maken) en heeft buurman Dandaman een paar agressieve stieren aan een touwtje die me elke ochtend proberen aan te
vallen als ik er langs loop. Op de lemen huisjes na, zijn er in Patle ook nog een Health Post en een schooltje (beiden gesponserd door Stichting Veldwerk en werkplekken van respectievelijk David en
Hanna). Het schooltje waar ik les zou gaan geven ligt in het dorpje Salang, een dik uur lopen van Patle vandaan, en nog altijd gesloten wegens examens/ administratie / noodzaak tot spelen van
potjes schaken / staking / noodzaak tot spelen van bagh chal (Move The Tiger; Nepalees bordspel).... Een paar minuten lopen van het huis van onze gastfamilie vandaan ligt een prachtig naturecamp
waar men in safaritenten kan overnachten en waar je uit kan kijken over de Himalaya (Annapurna, Langtang, Ganesh en de Manaslu). Helaas komt hier praktisch geen toerist op af, mogelijk door gebrek
aan reclame en doordat het zo slecht bereikbaar is. In deze lodge kunnen wij 's ochtends een door zonne-energie verwarmde douche nemen in een hut die open is aan de achterkant en waar je al
douchend kunt uitkijken over de bergen. Dat is lekker je dag beginnen!
Helaas zit dit er alleen niet meer in voor mij, en moet ik Nalang Patle gedag zeggen. Best zuur, want wat een mooi dorp en wat een lieve mensen. Een beetje ongemakkelijk neem ik afscheid van Ama,
Maila, Zorella en Bisae, en zwaai ik nog een laatste keer naar buurkindertjes Babonna en Mohan, buurman Dandaman en neefjes Aroen en Sanchez. Daaaag Patle! Shiva, ons contactpersoon van de lodge,
loopt een klein stukje met me mee zodat ik de shortcut richting Boomchoong kan vinden. Ik neem al snel ook van hem afscheid en ga verder alleen op pad. Ik loop door jungle, door rijst- en
maisvelden, over het erf van mensen, en overal wordt ik hartelijk toegelachen en begroet. Ik vraag overal de weg en terwijl ik in iemands moestuin of rijstveld sta krijg ik in het Nepalees
uitgebreid uitgelegd bij welke boom/plant ik links- of rechtsaf moet slaan. Ik snap er geen bal van maar ik vind het hartstikke mooi allemaal. Wonderlijk genoeg loop ik vrij weinig stukken fout en
na 2.5 uur uur lopen kan ik beneden aan de berg Boomchoong al zien liggen. Net als ik begin te denken dat ik een geweldige alleen-loper ben en dat ik dit vaker moet doen, gaat het mis. Ik moet nog
een klein stukje over een taludje lopen maar dit paadje wordt steeds smaller en er loopt ook een irrigatiesnoer overheen om de velden te bevochtigen. Ik probeer mijn voeten naast de kabel te
plaatsen maar ik glij uit en probeer mezelf op te vangen op de grond. Ik grijp echter mis, en stort met mn hoofd omlaag 1.5-2 meter de diepte in. In een reflex strek ik mn handen uit waardoor ik mn
val nog ietwat kan breken maar ik knal toch met mn volle gewicht boven op mn kop terecht. Een seconde later zorgt het landen van mn vastgehechte backpack en kleine rugzak voor nog een dreun op mn
hoofd, en ik lig een tijdje voor pampus op de grond. Ik besef niet goed wat er gebeurd is, en voel alleen maar een hoop pijn in mn hoofd. Na een tijdje hijs ik mezelf overeind, maak mn tassen los
van mn lijf, en zit een uur op de grond om weer tot rust te komen. In de beek was ik het bloed van mn gezicht, het vuil van mn armen en ik probeer mn tassen weer terug op het talud te tillen. Nog
altijd trillend op mn benen loop ik verder, en 20 minuten later kom ik in Boomchoong aan waar ik de bus pak richting Kathmandu. In Kathmandu aangekomen merk ik dat ik me niet kan concentreren, dat
lezen niet gaat en dat ik slecht op woorden kan komen. Achteraf gezien denk ik dat ik een lichte hersenschudding heb gehad, maar ik besef ook dat ik nog geluk heb gehad, en dat ik er nog relatief
goed van af ben gekomen. Ik ga vroeg naar bed en de volgende dagen doe ik het rustig aan. Nu typ ik alweer hele lappen tekst dus het zal wel weer goed zijn.
Afgelopen vrijdag bestond het kinderhuis van Hamro Gaun 8 jaar en dat was reden voor feest. Deze gelegendheid werd tevens aangegrepen om de verjaardag van alle kinderen te vieren, dus het moest een
verrassing zijn voor de kinderen. Zodra zij naar school waren vertrokken konden we beginnen met ballonnen opblazen, slingers ophangen, cadeaus inpakken, en het voorbereiden van een feestmaal. Het
hele bestuur van Stichting Veldwerk was er, en samen met de vrijwilligers en de oudste jongens die niet naar school hoefden wegens afronden van examens en/of ziekte, versierden we het hele terrein.
Je had de gezichtjes van de kinderen moeten zien toen ze thuiskwamen! Als hoge uitzondering werd er kip bij de rijst gegeten, de kinderen mochten een glaasje sprite of cola, en er was ijs voor na
het eten. Iedereen was overblij en het feest was dan ook een groot succes. We hadden een hoop lol met de oudste jongens en er werd natuurlijk ook nog wat gevolleybald. Leuk ook om te merken waren
de reacties van een aantal kinderen toen ze zagen dat ik terug was. Ram zegt dat hij very very very happy was dat ik terug was en dat ik zou blijven en Niriam grapte dat hij ziek werd
(tyfus) de dag dat ik vertrok, maar dat hij nu gelukkig weer beter kan worden. Lakshmi en Isori, 2 meiden van een jaar of twaalf, schurkten zich tegen me aan en aaien mn arm en zeggen dat ik nu
niet meer weg mag gaan. Wat kan ik anders dan blij zijn dat ik hier terug ben? :-)
Dat ik nu op Hamro Gaun ga werken betekent dat ik ook in Sankhu ga wonen, samen met Job, Helga en Marleen. We hebben een eigen huis, met een keukentje, een badkamertje en met ieder een eigen
slaapkamer. 's Ochtends en 's middags kunnen we op Hamro Gaun dahl baat eten en 's avonds koken we zelf. We wonen op de tweede verdieping van een huis dat gelegen is aan een pleintje dat volgebouwd
is met tempeltjes. Elke ochtend rond een uur of 4.30 begint het leven in Sankhu en hoor ik vanaf het pleintje belletjes rinkelen, aangeslagen door hindoes die de goden een goede morgen toewensen.
Sankhu is een bruisend dorpje tussen rijst-, aardappel- en tarwevelden, maar heel anders dan Patle; het is vol marktpleintjes waar gehandeld, gekletst en gemeenschappelijk gewassen wordt, en er
zijn winkeltjes waar je groenten, fruit, rijst, noodles en koud bier kan kopen. Er is zelfs een zaakje met 2 computers zodat ik 's ochtends tussen 6.00 en 9.00 internetconnectie zou kunnen hebben.
Sankhu leeft en het is absoluut geen straf hier komende maand te moeten verblijven.
Toch ben ik dit weekend weer terug naar Kathmandu gegaan, omdat ik nog wat dingen moest regelen. Het is overigens maar 1 uur bussen, dus zo'n opgave is het ook weer niet. Over twee weken verloopt
mn visum dus ik moest vandaag naar de immigration office om mn verlenging te regelen. Als rasechte Hollander leen ik de mountainbike van Marieke en waag ik mezelf in de verkeerschaos van Kathmandu.
Fietsen op de ring van Kathmandu is als fietsen op de Champs Elysees in Parijs. Bussen, trucks, rickshaws, tuktuks, micro's, taxi's, motoren en een enkele fiets concurreren met zn allen om een
plaatsje op de weg, en er wordt flink op losgetoeterd en geschreeuwd. Iedereen snijdt elkaar de weg af, chauffeurs van taxis en micros springen recht voor je neus op de rem wanneer ze denken dat ze
een extra passagier in hun overvolle wagentje kunnen stouwen, en iedereen steekt willekeurig van links naar rechts over en eventueel ook weer terug. Gewoon. Omdat het kan. Ook rijdt men hier in
principe links. Of rechts. Of in het midden trouwens. Eigenlijk zijn er gewoon geen regels, en geldt het recht van de sterkste. Er is hooguit een ongeschreven pikorde die bepaalt dat fietsers en
brommers meer pijn zullen hebben bij een botsing dan een auto, en een auto meer schade zal hebben bij een aanrijding door een bus, waardoor ik meer uit moeten kijken dan voertuigen hoger in deze
hierarchie. Het is best spannend en vooral ook even wennen, maar eerlijk is eerlijk, het heeft best wel wat. Op de terugweg was ik al een stuk ontspannender dan op de heenweg, en toen ik 's middags
terug moest op mn paspoort weer op te halen, gedroeg ik me al als een heuse Hindoe. Riem, als je vandaag sterft omdat je omkomt in deze verkeerschaos, dan is dat helemaal niet erg. Dan heb je
toch een kei mooi leven gehad? Dan hebben de goden het gewoon zo gewild. Accepteer het nou maar, het lot is het lot. Fiets desnoods met je ogen dicht. Voor de zekerheid deed ik toch
nog maar even snel een schiedgebedje naar diezelfde goden om te vragen of ze het alsjeblieft uit hun hoofd wilden laten, en dreigde daarbij dat ik anders in een volgend leven mooi niet als Hindoe
terug zou komen. Ze moeten onder de indruk zijn geweest, want ik heb het overleefd. Maar het scheelde niet veel. Morgenochtend moet ik naar de tandarts/kaakchirurg. Gruwel gruwel, niks zo erg als
tandproblemen in het buitenland en daarvoor naar een of andere lugubere kliniek te moeten. Sinds een paar weken heb ik veel last van mn tand maar sinds 2 dagen lig ik 's nachts echt te creperen van
de pijn. Er is iets goed ontstoken en ik wordt echt misselijk van de pijn. En dan wordt ik ook nog uitgelachen door de obers in Gaia omdat ik vandaag mn ontbijt, lunch en avondeten gepureerd
bestelde. Haha, riemki is a baby, hahahaha. Nou leuk is anders. Feit dat het mn vers gezette implantaat betreft compliceert het geheel nog wat meer. Ik heb gelukkig een tandarts gevonden in een
semi-westerse kliniek met een beetje ervaring in implantologie dus ik zet nu al mn hoop maar op hem... Duim voor me :S
Groetjes van een boerin met kiespijn!
Ps. Ik heb een geniale naam - voor het eerst in mn leven: Riemke betekent hier niks maar Riemki daarentegen betekent in het Nepalees blijkbaar very sweet, pretty and
intelligent girl ;-) Oefen hier dus maar vast op, want naar zo'n ordinaire naam als Riemke luister ik niet meer.
Reacties
Reacties
Ha Riemki,
Wat een avonturen weer!
Bijna verdronken, hersenschudding, tandarts bezoek... en dan nog klikt het alsof je de tijd van je leven hebt!
Ik duim van je en wees lief voor de kindjes he!
Groetjes!
kindje, kindje let toch op!!
ik hoop dat je weer goed geaard bent en niet te veel met je hoofd in de roze wolken blijft lopen...
blijf op je pa(a)d(je).
liefs, hier uit het feestelijke stadje(650jaar)Ravenstein
Dikke kus op de zere plekken ;-)
hey schat,
waar blijven je avonturen? maak je niks meer mee?
wij vinden alles interessant wat je ook doet, poep dragen of smeren of gooien, maakt niet uit. Verder alles oké? Je moet de groetjes hebben van Raphaël en zijn moeder uit Ravenstein. Hilde van Lieshout is hier gisteren met veel lawaai getrouwd.
Veel herstelsterkte en tot horens
Dikke kus van ons hier (gaan vandaag BBQ :Maykes verjaardag nog)
Sorry jongens, mijn volgende blog komt over een tijdje. Het duurt misschien allemaal een beetje lang, maar ik zit op een eilandje voor de Maleisische kust en heb het nog even te druk met relaxen in mn eigen strandhut...
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}